Lexicon - Vaktermen voor traprenovatie van A - Z
A
Aftrap post
Onderaan een trap begint de trapleuning met een paal, deze eerste paal wordt de leidende paal genoemd. De paal bovenaan de trap wordt de uitgangsbalk genoemd.
Aftrapfase
De onderste trede van een trap wordt de trede genoemd. Alle andere treden worden treden genoemd.
B
Blokstap
Verwijst naar de eerste trede van de trap (de overloop), die breder is dan de rest van de treden en dus zijdelings boven de trapboom(en) uitsteekt.
Balustrade
Het trapoog beveiligen tegen vallen.
C
CPL laminaat
CPL laminaat is een laminaat gemaakt van verschillende lagen onder grote druk en hitte. De laag papier onder de toplaag, die dient om de slijtvastheid en dus de duurzaamheid te verhogen, wordt meestal bedrukt met imitaties van verschillende houtsoorten. CPL laminaat ("Continous Pressed Laminate") is een verder ontwikkeld productieproces dat is voortgekomen uit HPL laminaat. De oppervlakken zijn gemakkelijk te onderhouden en te reinigen, lichtbestendig, reukloos en ongevoelig voor alcohol, organische oplosmiddelen en water. Het toepassingsgebied van CPL laminaatplaten strekt zich uit van oppervlakken voor tafelbladen, vloeren, vensterbanken en meubels tot de ommanteling van kozijnen, lijsten en profielen.
E
G
H
Hoofdhoogte
De hoofdhoogte is de vrije doorgangshoogte onder traptreden. De minimale afmeting is 2,00 m.
K
Krok
Krog is een leuning die buigt bij de trappaal.
L
LED trapverlichting
Kan worden gemonteerd in de trede of in de stringer. Voordelige LED voor een veilige verlichting van de treden en als optisch hoogtepunt van elke gerenoveerde trap.
Lengte trap
De lengte van de trap heeft een eindige dimensie; zij duidt het loopoppervlak van een wenteltrap aan. De trappen moeten worden onderbroken door een rustlanding na 15 tot 18 beklimmingen. Treden moeten ten minste even diep zijn als de breedte van de trap. Zij moeten zodanig gedimensioneerd zijn dat een brancard en grotere meubelstukken kunnen worden vervoerd. Het bordes moet worden aangepast aan de lengte of de afmeting van de treden van de trap. Deuren mogen niet in het perron uitkomen. Vanwege het risico van ongevallen mogen extreem korte trappen, d.w.z. enkele treden of minder dan drie treden, niet in gangen worden geplaatst.
Leuning
Biedt ondersteuning bij het traplopen door middel van een geleidingsoptie. Hij kan rechtstreeks aan een muur (muurleuning) of aan een railing worden bevestigd.
Leuningvulling
Valbeveiliging bij traplopen, bestaande uit leuning, trappaal en leuningstaander.
Loopvlakbreedte
In de trapbouw wordt de lengte van de voorkant van de trede tot het einde van de trede (bij gesloten trappen: tot het stootbord) de tredebreedte genoemd.
Lopende breedte
De loopbreedte is de afstand tussen de twee zijden van de stangen. De maximale bruikbare loopbreedte is de maat tussen de muur en de buitenste staander.
N
O
Open trappenhuis
Als een trap geen treden heeft, wordt hij rechts en links ondersteund door een houten staander. Ook dergelijke trappen kunnen zonder problemen met het HAFA-systeem worden gerenoveerd.
P
Prestaties
Het loopvlak is de diepte van een trede voor het beklimmen van een trap. Voor het moeiteloos beklimmen van een trap is het nodig dat alle treden van de trap een regelmatige afmeting van de treden hebben.
R
Railing
Valbeveiliging bij traplopen, bestaande uit leuning, trappaal en leuningstaander.
Railing post
Vormt de vulling in de trapleuning. Is mogelijk in verschillende uitvoeringen: bijvoorbeeld van hout (glad, gedraaid), roestvrij staal of hout-roestvrij staal gecombineerd.
Regel voor de stapgrootte
Twee stappen (S) + stapbreedte (A) = staplengte
2 × S + A = 59 cm tot 65 cm
Alternatieve berekening: loopvlakbreedte = staplengte - 2 verhogingen (63 cm - 2 x S = A)
58 tot 65 cm staplengte vertegenwoordigt een optimum aan comfortabele en veilige trappen.
Ruimtebesparende trap
Als het vloeroppervlak voor het bouwen van een trap klein is, is het raadzaam een ruimtebesparende trap te bouwen. Door het ontwerp kan de trap alleen worden gebruikt met dezelfde volgorde van treden (afwisselend links en rechts). Het vervoer van omvangrijke voorwerpen is nadelig of zelfs onmogelijk en voor vluchtwegen is een ruimtebesparende trap niet toegestaan.
S
Stap
Bestaat uit een loopvlak (loopvlak) en een stootbord (staand op het achterste deel van het loopvlak). Bij een open trap wordt het stootbord weggelaten.
T
Trap
Een beklimming of afdaling bestaande uit ten minste 3 treden om veilig en comfortabel hoogteverschillen te kunnen overbruggen.
Trapoog
Is de vrije opening tussen verschillende verdiepingen.
Trapleuning
Beschermt tegen vallen bij het traplopen. Bestaat uit railingvulling en leuning.
Trap lay-out
Mogelijke types:
Trappen
Dit zijn traptreden die zijn ingebed in de snaar (zijkant van de trap), deze komen alleen voor bij houten trappen.
Trappenhuis
Dit komt vooral voor bij 1/2-spiraaltrappen in de bocht.
Trap omhoog
De stootbordhoogte wordt berekend uit de totale hoogte van de treden gedeeld door het aantal treden.
Trapschoorsteen
Is het zijdelingse uiteinde van de trap. Indien nodig wordt aan de vrijstaande staander een reling bevestigd.
U
Uitgang/uitgangsfase
De laatste trede van een trap, overgang naar de gang
Uitgangspost
De laatste paal bovenaan de trap wordt de uitgangspaal genoemd.
W
Wang
Is het zijdelingse uiteinde van de trap. Indien nodig wordt aan de vrijstaande staander een reling bevestigd.
Wangafdekstrip
Bedekt de snijrand van de stringboardbekleding en vormt tegelijkertijd de overgangswand / stringboardbekleding.
Wangafwerking
Gevel van het zijdeinde van de trap. Stringer bekleding kan worden afgewerkt met laminaatpanelen of laminaat/folie.
Z
Zadeltrap
Een type trap waarbij één zijde van de trap vaak op een staander (trapboom) staat die over de staander heen steekt. Het horizontale deel van de steun wordt het zadel genoemd.